Gebiedsbeschrijving
De Kwade Hoek is het meest noordelijke deel van het intergetijdengebied van de Voordelta en vormt hier de overgang van kwelder naar strandvlakte. Het gebied staat hier in verbinding met het estuarium van het Haringvliet.
OPMERKING Een estuarium is een verbrede, veelal trechtervormige riviermonding, waar zoet rivierwater en zout zeewater vermengd worden en zodoende brak water ontstaat, en waar getijverschil waarneembaar is.
Door de aanleg van de stuifdijk in de jaren 60 en de Haringvlietdam in de jaren 70 werden zeestromen en geulen als het ware zeewaarts afgebogen, waardoor er een concentratie van zandbanken voor de kust ontstond. De zandbanken, waaronder een grote haak in het noordoosten, vallen bij eb grotendeels droog en groeien elk jaar nog aan. Het gebied bestaat aan de zeezijde uit strand, waar spontaan duintjes en slikken zijn ontstaan. Doordat deze modderige platen dagelijks worden overspoeld met zeewater zijn ze nauwelijks begroeid. Meer landinwaarts liggen schorren die doorsneden worden door kronkelige kreken. Achter de duintjes hebben zich vochtige primaire duinvalleien ontwikkeld. Het is dus een afwisselend en dynamisch landschap met primaire duinvorming, slikken, schorren, valleien en duinstruweel.
OPMERKING 1 Slikken en platen zijn gebieden die 2x per dag bij eb droogvallen. Slib en zand wordt aangevoerd door de zee en bezinken bij lage stroomsnelheden. De slikken zijn zeer voedselrijk en dienen als restaurant voor vele vogels zoals de wulp, scholekster, strandloper, kievit, kluten, etc. De slikken zijn niet begroeid.
OPMERKING 2 Als de slikken zijn aangegroeid tot boven de hoogwaterlijn, niet meer dagelijks overspoelen en ze begroeid raken met vegetatie spreken we van schorren. In Zuid-Holland worden ze gorsen genoemd en de noorderlingen hebben het over kwelders. Schorren zijn buitendijkse hoger gelegen begroeide gebieden die enkele malen per jaar, bij springtij of storm, door zeewater worden overstroomd. Dagelijks loopt het zoute water via diepe geulen het schor binnen. Schorren zijn begroeid met zoutminnende planten zoals zeekraal, melkkruis klein schorrekruid en schijnspurrie. Door opslibbing zijn ze hoger komen te liggen dan slikken.
OPMERKNG 3 Duinstruweel, struweel is een vegetatie van 1 tot 5 meter hoog, denk aan duindoorn en braam.
Aangroei strandhaak - 1998
Slufter
Een slufter is een getijdengebied waarbij zout water vanuit zee onder invloed van het getij door een geul in de duinen het land binnen kan dringen. In de strikte zin gebeurt dit niet telkens bij hoogwater, maar enkel bij springtij (in combinatie met hevige westenwind voor België). Hiermee krijgen de duinen ook aanvoer van vers zand. Er ontstaat een levendig duinengebied met begroeide en onbegroeide delen, droge en natte, kalkrijke en kalkarme, humusrijke en humusarme grond. Deze overgangen leveren een heel typische flora en fauna op.